Ga naar hoofdinhoud

Voorwoord


Wim Nijkamp was bijna 50 jaar de levenspartner van Joop Braakhekke. Hij is lid van de Raad van Advies van de Joop F. Braakhekke hospitality award. Bijgaand zijn eerste column. ,,De gastvrijheid van Joop was groots hoewel hij nooit over zich heen liet dansen. Als een nieuwkomer meldde dat er klanten voor de deur stonden, dan zei Joop dat we die term niet kennen. ‘Want wij hebben alleen gasten’ riep hij steevast. Alles wat hij aanpakte, gebeurde over de top. Een voorbeeld: we werkten met grote servetten, die je alleen in Parijs nog tegenkomt. Vond Joop belangrijk. Daar hing natuurlijk ook een prijs aan. Uiteindelijk hadden onze gasten het er graag voor over, want we vormden een grote familie. Je wilde bij Le Garage horen.

De bijna 50 jaar dat ik met hem heb samengeleefd waren nooit saai. Ik heb de modeopleiding Vogue gedaan, maar had niets met horeca. Volgens Joop kon ik nog geen ei bakken, maar in het boek ’Le Garage, 25 jaar het instituut’ schreef Joop dat hij dit restaurant ooit voor mij heeft gekocht.

Le Garage was de ontmoetingsplek voor de crème de la crème van de samenleving. Artiesten, schrijvers en politici kwamen er graag want er was altijd wat te beleven. Het was geen uitzondering wanneer er na 23 uur weer een tafel werd gedekt omdat Gerard Jolink of René Froger na een optreden nog een hapje wilden eten. Vaak werd er dan ook nog gezongen.

Joop kon ook heel streng zijn. Een collega die uiteindelijk in de leiding kwam, moest bij de eerste kennismaking zes keer terug om de gewenste cappuccino te bezorgen. Ik vond dat te ver gaan, maar volgens Joop had dat nut, want dan wist hij voor altijd hoe hij zijn cappuccino wilde hebben.

Bijzonder en veel aandacht besteedde hij altijd aan stagiaires. Hij genoot als die jonge mensen het vak in hun vingers hadden. Dat zag je snel genoeg. Aan de manier hoe ze mensen benaderden en de wijze waarop het bord op tafel werd gezet. Met het vlees aan de voorkant!

Herinneringen aan Joop Braakhekke:
Gastvrijheid, Perfectionisme en Creativiteit


Als hij met zijn ronkende sportwagen kwam aangereden, dan werd er altijd geroepen: Meneer Braakhekke komt eraan! Joop hield van etiquette. Het personeel diende hem daarom altijd met meneer Braakhekke aan te spreken, zeker als er gasten waren. Mij mochten ze altijd Wim noemen hoor.

Een goede ontvangst vond Joop heel belangrijk. Er liepen daarom altijd twee jongens in rode overals in Le Garage rond voor de Valet Service. Vaak waren dat kinderen van klanten die er wat bij wilden verdienen. En bij de ingang stond Greta Boltini, een nichtje van Toni, om als gastvrouw de jas van de gasten aan te nemen en ze daarna te begeleiden naar de bar. En dan passeerde je geen gewone spiegel maar een lachspiegel. Dat bracht iedereen direct in de juiste stemming, zo vond Joop.

Klachten kon Joop niet accepteren. Hij was dan ook een ontzettende perfectionist. Hij hield alles voortdurend in de gaten. Ook in de keuken. Een goede mis-en-place is daarbij onontbeerlijk. Joop wilde ook altijd alles proeven. Hij woonde bijkans op de zaak. Zeker in de tijd toen hij de scepter zwaaide in de Kersentuin.

Hij kwam eigenlijk alleen thuis om zich tussendoor om te kleden en wat te slapen. Maar dan wilde hij zich altijd eerst afreageren achter zijn piano met jazz muziek. Zo levenslustig was hij.

Ikzelf genoot ervan als ik van die gekke kookmutsen voor Joop mocht maken voor een tv-programma of show. Niets was dan te gek. Onze zolder werd ook gebruikt als productielocatie voor de tv opnames. Daar was ook ons eigen productiebedrijf ‘Vette jus producties’ gehuisvest.

Joop groeide, evenals ik, op in Apeldoorn. Hij verhuisde al vroeg naar familie zodat hij de eerste jaren op het Vossius Gymnasium kon meemaken. In die tijd was er nog geen gymnasium in Apeldoorn. Ik denk dat hij op die school ook de basis heeft gelegd voor zijn taalgevoel. De brieven en jaarlijkse kerstkaarten die hij schreef, koester ik zeer. Na de dood van Joop nam ik mij voor het huis op te ruimen. Ik heb er geen spijt van dat ikdat niet heb gedaan. Ik ervaar het huis als een groot museum.’’

Willekeurige kerstboodschap van Joop Braakhekke, Wim Nijkamp en hun brigade:


Ik wil je iets geven,
een herinnering,
mijn herinnering aan
een mooi moment van geluk
dat doet leven,
waarvan ik hoop dat je het herkent

Opmerkelijk misschien
Om je zoiets intiems te sturen.
Om de verbroedering,
een verbroedering die vrede schept,
een vrede die de wereld moet besturen
waarover kennelijk geen mens mee rept.

Ik kan het niet begrijpen,
die verloedering,
een verloedering die geen engelen kent
en engelen mogen er niet
tussenuit knijpen.
het betekent geen geluk meer
op geen enkel moment

en geluk wil ik juist met je delen
en niet alleen met jou, maar met velen