Herinneringen aan Joop Braakhekke:
Gastvrijheid, Perfectionisme en Creativiteit
Als hij met zijn ronkende sportwagen kwam aangereden, dan werd er altijd geroepen: Meneer Braakhekke komt eraan! Joop hield van etiquette. Het personeel diende hem daarom altijd met meneer Braakhekke aan te spreken, zeker als er gasten waren. Mij mochten ze altijd Wim noemen hoor.
Een goede ontvangst vond Joop heel belangrijk. Er liepen daarom altijd twee jongens in rode overals in Le Garage rond voor de Valet Service. Vaak waren dat kinderen van klanten die er wat bij wilden verdienen. En bij de ingang stond Greta Boltini, een nichtje van Toni, om als gastvrouw de jas van de gasten aan te nemen en ze daarna te begeleiden naar de bar. En dan passeerde je geen gewone spiegel maar een lachspiegel. Dat bracht iedereen direct in de juiste stemming, zo vond Joop.
Klachten kon Joop niet accepteren. Hij was dan ook een ontzettende perfectionist. Hij hield alles voortdurend in de gaten. Ook in de keuken. Een goede mis-en-place is daarbij onontbeerlijk. Joop wilde ook altijd alles proeven. Hij woonde bijkans op de zaak. Zeker in de tijd toen hij de scepter zwaaide in de Kersentuin.
Hij kwam eigenlijk alleen thuis om zich tussendoor om te kleden en wat te slapen. Maar dan wilde hij zich altijd eerst afreageren achter zijn piano met jazz muziek. Zo levenslustig was hij.
Ikzelf genoot ervan als ik van die gekke kookmutsen voor Joop mocht maken voor een tv-programma of show. Niets was dan te gek. Onze zolder werd ook gebruikt als productielocatie voor de tv opnames. Daar was ook ons eigen productiebedrijf ‘Vette jus producties’ gehuisvest.
Joop groeide, evenals ik, op in Apeldoorn. Hij verhuisde al vroeg naar familie zodat hij de eerste jaren op het Vossius Gymnasium kon meemaken. In die tijd was er nog geen gymnasium in Apeldoorn. Ik denk dat hij op die school ook de basis heeft gelegd voor zijn taalgevoel. De brieven en jaarlijkse kerstkaarten die hij schreef, koester ik zeer. Na de dood van Joop nam ik mij voor het huis op te ruimen. Ik heb er geen spijt van dat ikdat niet heb gedaan. Ik ervaar het huis als een groot museum.’’